Vasten
Vasten is het een bepaalde periode niet eten. Een vorm van vasten die de laatste tijd veel bekendheid heeft gekregen is periodiek vasten, oftewel intermittent fasting . Dit betekend dat je niet eet tussen bepaalde tijden. Zo wordt er vaak gekozen voor 16-8 (16 uur vasten gevolgd door een ‘eetraam’ van 8 uur), 18-6 of 20-4. Intermittent fasting (periodiek vasten) is op zichzelf geen dieet, er zijn geen restricties in wat je mag eten. Uiteraard brengt het vasten de meeste gezondheidsvoordelen wanneer je het combineert met gezonde, voedzame voeding.
Je lijf kent 3 energiebronnen: suikers, vetten en eiwitten. Suikers leveren snelle energie maar raken snel uitgeput, vetten leveren energie op lange termijn. Bij chronische vermoeidheid is het dus raadzaam om je lichaam te leren hoe het kan overstappen op vetverbranding. Dit kan bijvoorbeeld met een ketogeen dieet, maar ook periodiek vasten, (eventueel gecombineerd met koolhydraat arm of ketogeen eten) is een manier om dit te bewerkstellingen.
Vasten brengt vele gezondheidsvoordelen met zich mee:
- Versterkt het immuunsysteem
- Bevordert de spieropbouw
- Bloeddruk en cholesterol verlagend
- Verbetering van de bloedsuikers
- Je kunt er van afvallen
- Vertraging van het verouderingsproces
- Verbeterd je gemoedstoestand
- Celreparatie
- Ontstekingsverlangend (ook neurologische ontstekingen)
- Verhoogde productie BDNF (eiwit dat stamcellen stimuleert tot het vormen van nieuwe zenuwcellen)
Door regelmatig op nuchtere maag te gaan bewegen, te vasten, gezonde maaltijden te nuttigen en je koolhydraten te beperken kun je je suikerspiegel verlagen. Op die manier activeer je de autofagie.
Autofagie is het proces van het opruimen van afval door je lichaam. Het zorgt voor vernieuwing en verjonging van de cellen.
Tijdens het vasten herstellen je hersencellen en maken ze nieuwe neuronen aan. Hierdoor krijgen de cellen meer energie en word je minder snel vergeetachtig. Wanneer je niet eet, kunnen je maag en darmen geen glucose leveren. Je lichaam gaat dan op zoek naar een alternatief: vet. Je vet wordt omgezet naar vetzuren, maar die komen niet in je hersenen terecht. Om toch genoeg energie te leveren aan je hersenen worden deze verzuren in je lever omgezet in een andere energiebron: ketonen.
Wat vasten zo gezond maakt voor je hersenen, zijn voornamelijk deze ketonen. Hoe meer vetzuren, hoe meer ketonen en dus meer energie voor je hersenen. Ketonen stimuleren namelijk het herstel van de hersencellen en zorgen ervoor dat je brein goed blijft functioneren en dat er minder hersencellen afsterven. Periodiek vasten stimuleert de productie van vetzuren en dus ook die van ketonen. Hierdoor kunnen hersenaandoeningen waarbij eiwitten een rol spelen worden afgeremd. Denk bijvoorbeeld aan de ziekte van Alzheimer en Parkinson.